Koningin van de Spoorstraat

Co Schussler

 

 

Co Schüssler (geheel rechts) bij haar Nijkerkse jazzploeg van gymnastiekvereniging Excelsior, mei 1984.

Vandaag (30 september 2014) portretteerde ik het leven van gymnastiektrainster Co Schüssler-Luttik (1926-2014), voor AD Amersfoortse Courant in de rubriek Van wieg tot graf. Een bijzondere, krachtige vrouw. Ik vind het optekenen van dit soort verhalen dankbaar werk. Een laatste eerbetoon.  Is er in uw omgeving (regio Amersfoort) iemand overleden die niet vergeten mag worden? Laat het me weten: info@sjaakvandegroep.nl Wellicht vindt u dan het levensverhaal van uw dierbare terug in laatstgenoemde regionale krant.

Sjaak van de Groep ©

Haar in brons gegoten balletschoen prijkt op de kast van dochter Marijke. Ereburger van Nijkerk. Erelid van de Nijkerkse gymnastiekvereniging Excelsior. Erelid van SV Spakenburg. Lid in de Orde van Oranje-Nassau.

Dat dankt Co Schüssler aan haar jarenlange gepassioneerde arbeid als freelancegymnastiek trainster én jurylid bij wedstrijden. Ze begon op haar 19de trainingen te geven: turnen, jazzgymnastiek, ritmische gymnastiek. Ze stopte pas op haar 80ste. Tot op het laatst adviseerde ze gymnasten vanuit haar rolstoel. Het kenmerkte de gedreven sportjuffrouw, ‘een monument binnen de afdeling gymnastiek’, volgens SV Spakenburg.

Ze kwam ter wereld in Zaandijk. Het gezin Luttik verhuisde begin jaren dertig, in de crisisjaren, naar Nijkerk. Co’s vader vond daar werk in de chocoladefabriek. Als tiener maakte ze er de Tweede Wereldoorlog mee, inclusief een bombardement waarbij haar schoonzus een scherf in haar arm kreeg. Het was traumatiserend voor haar. De Nijkerkse rabbi en de Joodse familie De Liever, die ze kende, keerden niet terug uit de vernietigingskampen. Ze had het daar vaak over. Co kreeg een nog grotere hekel aan ruzie. Oorlogsherdenkingen, oorlogsfilms? Ze kon ze nooit verdragen.

Co zag er steevast tiptop uit: chique kleding, rode lakjas. Ze was daarin haar tijd vooruit. Een echt madammeke. Ze ging nooit de deur uit zonder lippenstift. De dominee noemde haar tijdens de huwelijkse plechtigheid met Douwe, de badmeester, ‘het koninginnetje van de Spoorstraat’, de straat in Nijkerk waar ze lange tijd woonde.

Ze kregen twee kinderen: Marijke en Hans. In 1969 verhuisden de sportieve Schüsslers naar Spakenburg. Hier kregen Co en kinderen een klap te verwerken. Douwe overleed op 16 juni 1974 aan darmkanker. Co sprak er nooit over. ,,Als ik begin met huilen, houd ik nooit meer op’’, zei ze tegen dochter Marijke.

Co stopte nog meer energie in haar gymnasten en gymnastiektrainingen. De relatief jonge weduwe hertrouwde nooit. ,,Je bent getrouwd met de gymzaal’’, grapte Marijke.

Co ontwikkelde de choreografie van haar gymnastiek, tekende de dansbewegingen op papier. Marijke hielp haar muziek opnemen op de bandrecorder. Ze was perfectionistisch. Waren ze zo tot half drie ‘s nachts bezig.

Het turnen moest ze tot haar spijt opgeven. Co kampte vanaf haar 27ste met reuma. Turners opvangen van het paard of brug, dát ging gewoon niet meer. Klagen over haar pijn? Dat deed ze niet. Ze slikte geen medicijnen. ‘Die troep’, weigerde ze resoluut. Ze nam liever ‘een poedertje.’ Een glaasje water met gemalen ascalpoeder. Dat hielp tegen de pijn. En anders nam ze een warm bad.

Ze trainde toentertijd voor twee gymnastiekbonden: de KNGB en de KNCGV. Het grote verschil? De C van christelijk. Co ging op zaterdag naar wedstrijden van Sittard tot Sneek, en jureerde op zondag gymnastiekwedstrijden. Dat leverde haar soms kritiek op in het overwegende christelijke dorp. Maar Co geloofde op haar eigen manier.

Gelukkig had ze veel vriendschappen gesloten tijdens het gymnastieken met talrijke huisvrouwen. Gymnasten betitelden Co als tweede moeder. Als ze thuis problemen hadden, sliepen ze bij Co. Dan ging het interieur tegen de muur en werd er geturnd en gedanst in de woonkamer. Ze was gek op gezelligheid.

Co genoot enorm van haar kleinkinderen. Ze was een nachtmens dat een hekel had aan slapen. Haar kleinkinderen dronken soms nog een kop thee bij oma na het stappen. Die was toch wel wakker. ,,Het is nu 03.30 uur. Ik moet gaan slapen,” schreef ze in haar dagboek.

Ze bleef ondanks haar fysieke ongemakken lang zelfstandig wonen. Marijke had er een dagtaak aan. Met een waxinelichtje klauterde Co de trap op naar boven. Op haar billen kwam ze omlaag. Zo slecht waren haar benen toen al. Maar wat was ze blij dat ze het doktersadvies op haar 27ste ‘stoppen met sporten’, had genegeerd. Anders was ze hoogstwaarschijnlijk veel eerder afgetakeld.

De laatste stap voor haar was het verzorgingstehuis. ,,Ze nemen me alles af,” jammerde ze. Voormalige gymnasten bleven haar trouw. Ze zochten haar daar op. Co vond het maar niets dat ze de controle moest loslaten. Ze wilde alles zelf regelen. Tot aan de laatste snik.

Ze sliep de laatste jaren in haar sta-opstoel. ,,Als ik op bed ga liggen, ga ik dood,” zei ze dan. Marijke nam haar op zaterdag geregeld mee naar de Spakenburgse markt. Gezellig een terrasje pakken. Ze schaamde zich wel voor die rolstoel.

Co overleed op 16 juni. Ze volgde haar man op de dag af veertig jaar later. Ze was een echte blauwe, een sociaal clubmens. Ze kreeg een passend afscheid; een minuut stilte voorafgaande aan het duel Spakenburg-Rijnsburgse Boys.