Vandaag, op Koningsdag, is aflevering 4 verschenen van Sjaak loopt de marathon in AD Amersfoortse Courant. Veel leesplezier!
Hardlopen is hot. Journalist Sjaak van de Groep gaat op ontdekkingstocht in de hardloopwereld. In de rubriek ‘Sjaak loopt de marathon’ stoomt hij zichzelf klaar voor het ultieme doel: het uitrennen van die 42,195 km.
Aflevering 4: De sportschool.
Ik slikte twee weken lang een maagbeschermer bij de ontstekingsremmer Diclofenac (50mg), ‘het snoepje voor iedere hardloper.’ Je moet wat. Ik voelde mijn linkerkniepees over een bot schuren en liep zelfs mank. De kuur sloeg aan.
Fysio’s en de sportarts adviseerden mij om daarbij mijn spieren te rekken en strekken. Het stimuleert de doorbloeding, spieren worden flexibeler. En hoewel de meningen daarover verdeeld zijn, ontwikkel ik toch een rek- en strekfetisj. Ik rek en strek tijdens een schaakpartij, in de trein, op mijn matje. Deze marathonobsessie begint groteske vormen aan te nemen. Ik sta er mee op en ga er mee naar bed.
De experts adviseerden ook aan ‘core stability’ (rompstabiliteit) te doen. Nooit van gehoord. Sterke romp-, heup-, en beenspieren creëren stabiliteit. Een marathon is meer dan alleen als een blind paard hardlopen. Mijn spieren en pezen moeten sterker worden. Core stability werkt preventief tegen blessures. Had ik dat maar eerder geweten.
Het klinkt logisch. Hoe komt voetballer Ronaldo aan zo’n strakke torso? Het schijnt dat hij duizenden sit-ups per dag doet. Core stability schijnt vaste prik te zijn bij meerdere sporten, leert een rondvraag.
Ik ben om en oefen elke dag. De plank. De zijwaartse plank: op een zij liggen, bovenlichaam leunt op je arm, elleboog recht onder je schouder en planken maar. De eerste paar keer kreeg ik mezelf nauwelijks omhoog. Maar, ha! Laatst op die verjaardag, einde van de avond, kwam de zijwaartse plank van stal. En dat dertig seconden lang.
Ik merk dat ik snel sterker word. Dat ruikt naar meer. De afgelopen zeven jaar trainde ik in verschillende sportscholen. Hoewel, trainde? Ik deed wat oefeningen op mijn dooie gemakje. Het is vaste prik geworden. Donderdagavond, sportschool Rebel, Bunschoten. Een rebel in hardloopland. Door mijn beginnersgekloot voel ik me zo. En dan beginnen we bij de groepsles ‘buikspierkwartier’ ook nog met Superman. Handen en knieën op de mat, rechterarm uitsteken én linkerbeen. Linkerarm én rechterbeen. Dat vergt coördinatie.
Een gemêleerd gezelschap van jonge vrouwen en een oudere heer traint de buikspieren op een meeslepend muziekje. Het is wennen, zo’n eerste keer. Ik let goed op fitnessinstructeur Morris de Graaf (24), die op zijn rug ligt en in de lucht fietst met beide benen. De groep volgt.
Hierna werken we ons in het zweet tijdens crossfit. Benodigdheden: een step en een halter met gewichten. En terwijl ik squat met de halter in mijn nek, roept Morris: ,,Kom haal er het maximale uit, bewegen!”
We sluiten de avond af met TRX, twee banden met twee handvatten, die in het plafond verankerd zitten. ,,Je traint hiermee op je eigen lichaamsgewicht,” zegt Morris. Ik hel voorover en druk me op. ,,Je traint ook de kleinere spiertjes rondom de grotere spieren,” aldus Morris. Hij heeft gelijk. De volgende ochtend voel ik spieren die ik nog nooit heb gevoeld. Vooral mijn armen moeten het ontgelden. Maar het voelt goed.